|
|||
Authenticiteit is in onze westerse beschaving een obsessie. Onze cultuur is ervan doordrongen. Dat geldt evenzeer voor de muziek. Denken we maar aan succesvolle concerten binnen de klassieke muziek, waar sterk geschoolde muzikanten het werk van componisten als Bach, Händel of Mozart zo getrouw mogelijk trachten uit te voeren op authentieke achttiende-eeuwse instrumenten. In de populaire muziek bestaat het fenomeen van de coverbands. Men doet er vaak smalend over, want “ze spelen gewoon wat hits van bekende acts op hun eigen manier na”. We missen de echtheid. Dit staat in schril contrast met hoe The Analogues de zaken aanpakken. Zij beschouwen de muziek van The Beatles immers als de klassieke muziek van de 20ste eeuw en benaderen deze met het grootste respect. Niet alleen gebruiken ze exact dezelfde vintage instrumenten als The Fab Four in de sixties deden, ze trachten daarenboven de muziek van The Beatles zo authentiek mogelijk te benaderen. Dat doen ze op bijna wetenschappelijke wijze; elk detail krijgt de nodige aandacht en het resultaat van dagenlang onderzoeken, uitproberen en repeteren is dan ook telkens verbluffend. De missie van The Analogues bestaat eruit de muziek uit de studiojaren van The Beatles (1966-1970), met andere woorden de muziek die The Beatles zelf nooit live speelden, zo accuraat mogelijk te brengen voor een levend publiek. Dit presteerden The Analogues de laatste vijf jaar met succesvolle, integrale uitvoeringen van de albums Revolver, Sgt Pepper, Magical Mystery Tour en The White Album. Vandaag, 26 september 2019, dag op dag vijftig jaar na het verschijnen van het Beatles album Abbey Road, staan The Analogues in een verwachtingsvolle, goed gevulde Lotto Arena. Het concert bestaat uit twee delen. In het eerste deel krijgen we Abbey Road integraal te horen, het tweede deel zal bestaan uit nummers uit de voornoemde albums. Het podium ziet eruit als een instrumentenmuseum. Naast de bekende Hofner Bas, de Epiphone Casino en Rickenbacker gitaren en het Ludwig drumstel ontdekken we een originele Mellotron, een Hohner Pianet, Hammond orgel, een klavecimbel, een Moog synthesizer en nog heel wat toeters en bellen. Omdat er plaats te weinig is, worden sommige instrumenten af- en aangereden door de crew. The Analogues bestaan uit vijf vaste muzikanten: director Bart Van Poppel (zang, bas, toetsen), Felix Maginn (gitaar, zang), Fred Gehring (drums, zang), Diederik Nowden (toetsen, gitaar, zang) en Jac Bico (gitaar, zang) aangevuld met twee gastvocalisten (oudgediende Jan Van der Meij en Martin van der Starre) en een heel orkest van strijkers en blazers. Come Together klinkt meteen fantastisch. Felix Maginn heeft misschien een iets anders stemtimbre dan Lennon, maar hij zingt het perfect. Het drumgeroffel, de gitaren, de elektrische piano en alle details (maracas, handgeklap) kloppen. George Harrison’s Something (één van de meest gecoverde Beatlessongs), hier gezongen door Diederik Nowden, inclusief meesterlijke gitaarsolo van Jac Bico en een extra orkestje met strijkers snijdt diep in onze ziel. Even lijkt het alsof we via een teletijdsmachine in de EMI Studio’s van de late jaren ’60 gecatapulteerd werden. De karakteristieke ‘béng béng’ uit Maxwell’s Silver Hammer wordt net zoals dat bij The Beatles het geval was uitgevoerd door met een hamer op een aanbeeld te kloppen. En ja hoor, het geluid dat dit oplevert klinkt perfect. Hard schreeuwen en mooi zingen tegelijkertijd, dat doet gastvocalist Jan van der Meij tijdens de uitvoering van McCartney’s Oh! Darling. Ringo’s Octopus’s Garden, compleet met bubbelgeluiden, schept vrolijkheid in de zaal. We merken hier en daar toeschouwers op die een danspasje niet weten te onderdrukken. Van een heel andere orde is het bijna acht minuten durende I Want You (She’s So Heavy), John Lennon’s antwoord op het zwaardere werk van bands als Led Zeppelin. De tweede gastzanger Martin van der Starre zet hier een sterke vocale prestatie neer. De gitaren, het Hammond orgel en de drums klinken als door demonen bezeten en de karakteristieke ruis aan het einde van dit nummer komt uit de Moog, één van de allereerste synthesizer die oogt als een antieke telefooncentrale. Dezelfde Moog en het strijkersensemble geven extra kleur aan het veel lichtere Here Comes The Sun, opnieuw een Harrison classic, prachtig gezongen door Diederik Nowden. Voor het bijna esotherisch klinkende Because gebruiken The Analogues dezelfde truc als The Beatles: de driestemmige zang vooraf (analoog!) opnemen en dubbel laten afspelen. Samen met de drie live gezongen stemmen klinkt het geheel dus negenstemmig. Daarna volgt de grote finale van Abbey Road. De eerste Medley bestaat uit You Never Give Me Your Money/ Sun King/ Mean Mr. Mustard/ Polythene Pam/ She Came In Through The Bathroom Window en de tweede medley uit Golden Slumbers/Carry That Weight/The End. Dit alles krijgen The Analogues op schitterende wijze voor mekaar, al blijft het technisch een huzarenstukje. Er wordt immers constant van instrumentarium gewisseld (bravo voor de crew!) en het samenspel met strijkers én blazers zorgt voor extra uitdaging. Uiteraard mag de hidden track Her Majesty niet ontbreken. Diederik speelt het stukje perfect op de akoestische gitaar waarna een eerste staande ovatie volgt van een euforische Lotto Arena. Pauze. Het opnieuw fel gesmaakte tweede deel van het concert van The Analogues bestaat uit een uitstekende keuze uit het werk van eerdere Beatles studioplaten, aangevuld met enkele songs uit Let It Be. Niet makkelijk om hieruit de hoogtepunten aan te stippen, maar we doen een poging. Het meerstemmig gezongen Eleanor Rigby bijvoorbeeld met de mooi georchestreerde violen en cello’s is zo’n moment. Het opgewekte Penny Lane, aangevoerd door de juiste piccolo trompet en waarbij zelfs een buisklok te horen is of het met Mellotron klanken geïntroduceerde Strawberry Fields Forever behoren ongetwijfeld ook tot de absolute hoogtepunten. En dan heb ik het nog niet gehad over het onverwoestbare Helter Skelter waarin de sterke zang Martin opnieuw schittert of het prachtig akoestische samenspel van Diederik en Felix in Two Of Us. Met het trio Get Back, A Day In The Life en Let It Be sluiten The Analogues hun tweede deel volmaakt af. Een tweede staande ovatie getuigt van de grote appreciatie van het Belgisch publiek voor de geleverde prestatie. Uiteraard volgt er nog een toegift. Eerst genieten we met volle teugen van I Am The Walrus, met musical director Bart Van Poppel op de Hohner Pianet en tenslotte weerklinkt All You Need Is Love, meegezongen uit alle kelen. Vandaag komen we nog steeds superlatieven te kort om het uitzonderlijke vakmanschap van The Analogues volwaardig te beschrijven. Hun unieke toewijding en vakmanschap zijn simpelweg ongezien. Concert van het jaar! Shake
|
|||
|